donderdag 3 november 2011

Hoe doen ze het toch?

Ik had me laatst heel stellig voorgenomen om mijn huishouden weer beter op de rit te krijgen. Even de boel helemaal aan kant maken, grondig opruimen en poetsen en dan alleen maar lekker bijhouden. Halverwege (oke, na een half uurtje) werd ik alleen weer afgeleid waardoor de boel niet goed aan kant was laat staan dat het opgeruimd of schoon was. Morgen dan maar. Overmorgen? Goed, ik zit nu dus nog steeds in de stofnesten, spinnewebben en tot aan mijn enkels in het speelgoed. Ik begrijp gewoon niet hoe anderen dit doen!

Ik heb zo’n vriendinnetje, daar is het altijd netjes. Ze heeft ook altijd bloemen staan en haar planten zijn mooie exemplaren in verschillende groentinten en met bloemen. Bij mij zijn planten steevast bruinig, hangen ze verlept over de net iets te kleine potjes of zijn ze gewoon hardstikke dood. Haar eettafel is ook altijd vers in de was gezet en daardoor een mooie kleur bruin. Niet grijzig en vies, zoals die van mij. Maar haar tafel zie je ook, die van mij niet, daar ligt te veel zooi op, dat scheelt wel weer.

Ik probeer het echt wel hoor. Ik ruim als een zotte op, stofzuig, sop en boen me rot. Heel, heel soms lukt het me om alles weer mooi te krijgen. Ik geniet dan volop van mijn huisje en mijn vleitige werk. Tot ik dochterlief ophaal en mijn man thuis is. Een spoor van vernieling loopt van de voordeur (in het regenseizoen –in Nederland dus bijna altijd- inclusief modderspoor), via de bank naar mijn mooie tafel. Overal ligt de grond vol met koekkruimels, tassen en jassen. Op de tafel ligt de post verscheurd over de tafel verspreid. Inmiddels heeft dochterlief ook de wasco krijtjes weer gevonden en de muur ook... Na het eten is het slagveld dan compleet. De keuken is een chaos en bij de tafel zitten de pasta vlekken op de muur. Het eten gaat bij ons namelijk standaard gepaard met dwingen, chanteren, overtuigen, geschreeuw (van dochterlief) en uiteindelijk, gegooi van eten (weer die dochter ja). De tafel is na het ‘eten’ besmeurd en staat vol vaat. Als ik dochterlief na 25 boekjes, 13 liedjes, 73 smeekbedes (van ons beiden), 43 dreigementen en een half uur gebrul dan eindelijk zo ver heb gekregen dat ze stil in bed ligt, kan ik de invasie weer enigszins weg gaan poetsen.

Dat zijn de momenten dat ik weer aan dat vriendinnetje moet denken. Zij heeft twee kinderen. Dat zijn twee keer zoveel handjes vol kruimels. Vier voetjes vol met modder... Ze heeft ook een man, maar eerlijkheidshalve moet ik wel zeggen dat hij vaker weg is, dan dat hij thuis is. Misschien ligt het daar aan. Hij kan de boel niet vervuilen met vieze sokken in de boekenkast, laptoptassen midden in de gang of papieren over de hele tafel verspreiden. Misschien dat haar kinderen door dat gebrek aan vaderlijk rolmodel op dat gebied stiekem wel heel netjes zijn geworden. Ze zien mama alles weer netjes opbergen en doen dat automatisch na. Mama knoeit niet bij het eten, dus eten de kindjes ook netjes met mes en vork, zonder te knoeien én zonder hun mes consequent af te likken. Als zij ’s avond naar bed moeten, gaan zij liggen, doen hun oogjes dicht en gaan na een dikke zoen van mama heerlijk slapen (het liefst de hele nacht door tot een uur of 8).

Ik geef toe dat het waarschijnlijker is dat zij gewoon beter kan opruimen, schoonmaken en opvoeden maar ik blijf toch heel even hopen en dromen van een huis waar gewoon niets meer vies of rommeling wordt. Dan maar even geen man en kind. Oh en dan moet de poes ook de deur uit want die houdt zich vooral bezig met verharen. Of hij moet geschoren worden, anders is het misschien wel héél stil ineens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten