maandag 21 november 2011

De koek is op

Goed, ik moet het toegeven. Ik kan niet meer. Het is afgelopen, uit. Ik heb geen energie meer over. Zie me als een auto die al een hele tijd geleden een rood waarschuwingslampje te zien kreeg omdat de benzine op was. Die vervolgens de reservetank ook maar gewoon bleef doorrijden zonder te tanken. De prut onderin de tank nog gebruikte en vervolgens de laatste meters op de benzinedampen nog doorpruttelde. Piepend, krakend en stomend is de boel (tot mijn grote verbazing) nu echt tot stilstand gekomen. De vraag is dan; laten we de restanten van wat ooit een autootje was gewoon maar naar de schroot afvoeren, total loss verklaard? Of doen we een laatste wanhopige poging om hem nog één keertje op te poetsen, laten we hem opnieuw tot leven komen door er nieuwe olie en vooral nieuwe benzine in te doen? En de grote vraag is ook, is het autootje nog al die moeite waard?

Ik was zelf, als ik heel eerlijk ben, nogal een grote voorstander van de total loss verklaring. De schroot klonk als best een fijne plek. Maarja, mijn dochter en mijn man zijn nogal gehecht aan het autootje... vooruit dan maar, we doen nog één poging.

Het is voor mij een enorme stap en grote beslissing maar ik heb toch maar eens bij de psycholoog geopperd of anti-depressiva niet een idee zouden zijn. Ergens had ik nog een wanhopig gevoel dat ze me wellicht van dit idee zou afpraten omdat het allemaal nog best wel meeviel. Niet dus. Ze reageerde bijna enthousiast. Hmmm. Blijkbaar was ze erg blij met mijn eigen conclusie en zag zij dit al enige tijd geleden aankomen. Wellicht dat de getrainde lezer van mijn blog nu ook handenwrijvend zit te gniffelen dat ik er ook ein-de-lijk eens achter ben dat ik dit echt niet meer zelf op kan lossen. Maar voor mij was het een grote verrassing en dan niet van de fijne soort. Toen ik bij mijn psycholoog verzuchtte dat ik elke keer weer denk dat ik onderaan de put zit maar dan toch nog een stukje verder kan zakken, antwoordde zij droog: nee hoor, je zat nog steeds niet onderaan, je bent gewoon erg goed in wegkijken. Die kun je dan weer fijn in je zak steken. Had ze me dan niet even kunnen waarschuwen? Ja,ja, ik weet ook wel dat dat geen zin had, dat lampje brandde ook al en als ik heel eerlijk ben, heeft de auto ook al meer dan eens een alarmbel (die was niet zo hard), piepend alarm (heel irritant) en een noodklok geluid (die suist nog na in mijn oren) heeft doen afgaan, en ja, die heb ik allemaal genegeerd ja!

Maar goed. Vandaag ben ik bij de huisarts geweest. Na mijn verhaal te hebben aangehoord schreef zij mij gek genoeg direct de pillen voor. Geen discussie over mogelijk concludeerde zij direct, meer dan genoeg indicatie voor de medicijnen. Dat is raar, officiële bevestiging dat het echt niet meer gaat en dat het goed is dat ik hulp heb gevraagd. En ik krijg de hulp ook nog, zonder problemen! Vanmiddag ga ik ze ophalen. Ik ben daar zenuwachtig voor want het schijnt een behoorlijke hel te kunnen zijn die eerste weken.

Ik heb vanmorgen daarom maar mijn hele huis gedaan, als ik dan de komende weken ineens niets meer kan, dan is het startpunt in elk geval acceptabel. Verder heb ik net boodschappen ingeslagen. Als een dolgedraaide eekhoorn die twee minuten voor zijn winterslaap ontdekte dat hij zijn wintervoorraad was vergeten, fietste ik net naar huis met genoeg proviand voor weken. De vriezer ligt vol en er zijn complete uitgedachte maaltijden die manlief voor me kan koken zodat ik dat niet hoef. Mijn beste vriendinnetje weet van mijn onderduik actie en de gordijnen zitten vast hermetisch dicht, kunnen de buren daar ook vast aan wennen. En tenslote; jullie weten nu ook waarom het wellicht even stil zal zijn. En misschien begrijpen jullie straks ook waar eventuele gele duikboten en babies in de lucht vandaan komen in vervolgverhalen. En als over een paar weken mijn blogs ineens overlopen van hilariteit, gezelligheid en vrolijkheid, dan weten jullie als eerste dat de medicijnen werken!

dinsdag 15 november 2011

Poetsen om te bloggen

Het is alweer ruim een week geleden dat ik voor het laatst heb geblogd en ik weet nu waarom. Mijn huis is vies! Nee, mijn obessieve houding is niet dermate geescaleerd dat ik nu ook een echte vorm van smetvrees heb ontwikkeld en daardoor niet kan schrijven. Niet dat ik helemaal geen smetvrees heb, ik heb alleen smetvrees bij andermans vuil (best handig want dan kan je huis een zwijnenstal blijven). Ik kan niet schrijven omdat ik niet heb schoongemaakt. Klink ik al voldoende mysterieus? Ik realiseerde me dat mijn blogideeen vooral naar boven komen borrelen tijdens mijn schoonmaakwerkzaamheden. Net zoals het studie ontwijkend gedrag tijdens de studententijd zegmaar. Tentamenperiodes staan alom bekend als schoonmaak weken want bij gebrek aan motivatie om te studeren wordt er maar gepoetst. Ik heb het dus precies andersom. Omdat ik thuis zit, is schoonmaken mijn primaire verantwoordelijkheid (goed, op de tweejarige NEE,NEE,NEE-dreumes na dan) en ik grijp elke mogelijkheid aan om maar niet schoon te hoeven maken. Mijn gedachten dwalen af van het schoonmaken, dat is niet erg natuurlijk, het kan zelfs ook best met je ogen dicht (mits je maatstaf niet te hoog ligt), en de blog ideeen komen als vanzelf naar boven. Ik ren dan snel naar mijn laptop om ze op te schrijven. Maarja, als je dan ineens even een tijdje niet schoonmaakt....

Sinds vorige week heb ik koorts, zonder andere bijproducten en dus nogal ondefinieerbaar. Maar wel vermoeiend en dus niet echt iets gedaan in huis. Nou ja, schoonmaaktechnisch dan. Ik heb wel geklust op zolder. Dat is heel therapeutisch heb ik gemerkt want bij klussen moet je je gedachten er wel bijhouden (dat is, als je zoals ik niet kan klussen want als je er dan niet bij bent, gaat het geheid mis) en dan ga je nadenken. Niet vluchtig maar écht. Over waarom zit ik hier nou nog steeds thuis en waarom ben ik nog steeds zo moe en waarom voel ik me nog steeds zoals ik me voel? Dat soort dingen. Ik realiseerde me dat het klussen noodzaak is op het moment. Voor het gezin, omdat de zolder al sinds onze verhuizing een chaos is, volgeduwd met dozen, troep en kerstspullen. Maar vooral voor mezelf.

Onder de afbladderende verf, de onafgewerkte muren en niet-gebouwde muren schuilt namelijk een prachtige zolderkamer. Een logeerkamer misschien, waar een gast zich echt welkom voelt en heerlijk kan slapen. Of een werkkamer, een plek waar we ongestoord met een hobby bezig kunnen zijn. Of nog mooier; een retraite voor mij! Een kamer volledig vrouwelijk ingericht, met mooi behang, kaarsjes, zacht licht, een heerlijke stoel.... Dat laatste wordt het dus. Nou ja, het wordt ook een logeerkamer én een plek waar we rustig kunnen werken als dat vanuit huis moet gebeuren. Maar ik ga het inrichten dus het wordt een super vrouwelijke kamer vol mooie spulletjes voor mij. Kan ik ook eens leuk zitten als er voetbal op is! En heb ik een mooi plekje voor als ik wil schrijven.

Ik realiseerde me tijdens het klussen namelijk dat ik een enorme behoefte heb aan een echte plek voor mezelf. Waar ik me even terug kan trekken en helemaal alleen met mezelf kan zijn. Waar ik niets hoef van mezelf of een ander en even gewoon, tja...gewoon kan zijn... Ik zie de kamer al helemaal voor me. Het is nog lang niet af en het is er ook nog een enorme troep maar de contouren zijn al zichtbaar. Het roze-zilveren behang zit erop en het merendeel is wit. Bijkomend voordeel is ook dat er nog enorm veel schoon gemaakt moet worden, garantie voor nog veel meer blogs dus!

maandag 7 november 2011

Slechte mama voedt op

Soms voel ik me een slechte moeder. Ik wil namelijk dat mijn dochter me lief vind. Maar ik wil ook een welopgevoed kind. Ik heb namelijk een enorme hekel aan die onopgevoede schreeuwende respectloze kinderen. Van die types die duidelijk de baas zijn en zelf bepalen of ze eten, wat ze eten en of ze gaan slapen en wanneer. Het lijkt me ook als ouder ontzettend onhandig als je de controle over dergelijke processen verliest. Ik heb in mijn omgeving een aantal van deze exemplaren die mij bij iedere ontmoeting weer angst inboezemen. Zo mag mijn engeltje (ahum) dus niet worden. Best lastig want ze is van de vasthoudende soort die bijzonder goed weet wat ze wil. En dat is meestal niet wat ik wil... Opvoeden dus!

Maar hoe doe je dat opvoeden? Als ik terug denk aan mijn eigen jeugd herinner ik me vooral het ijzeren regime vol dreigementen (die nooit loos waren) en daarmee een behoorlijke dosis angst. Als je namelijk ’s ochtends al weet dat je ’s avonds slaag gaat krijgen van je vader voor wat je nú bij je moeder fout hebt gedaan dan is de dag redelijk verpest. Weg zorgeloos genieten van het spelen. Die kant wil ik dus zeker niet op, dat lijkt me duidelijk. Mijn dochter mag best stout zijn en daar mag ik best boos over worden maar ik wil wel dat ze opgroeid in de wetenschap dat ze niets kan doen wat er voor zorgt dat ik niet (of minder) van haar zal houden.

Sinds kort hebben wij dus een gang. Hier is geen verhuizing of verbouwing aan vooraf gegaan, de gang was er al maar bestaat ineens als strafplek voor mijn dochter. Er zit namelijk sinds kort een traphekje onderaan de trap. Niet heel mooi maar wel effectief. Anders kan ik mevrouw wel op de gang zetten maar dan is ze binnen een minuut boven en dan is de straf er ook weer van af. Ik heb de gang nu een aantal keren gebruikt. Dat maakte behoorlijke indruk kan ik wel zeggen. Mijn dochter ontvangt eerst een paar keer een waarschuwing en dan volgt de laatste waarschuwing. Gaat ze dan toch verder, dan mag ze op de gang staan. Als een ware drama queen staat ze dan tegen de deur aan te brullen terwijl ik in de kamer probeer te negeren dat mijn dochter hartverscheurend huilt. Ik probeer zen te blijven en tel tot 30. Dat is nu mijn vrij willekeurige strafmaat. Dan ga ik naar de gang, leg haar nog een keer rustig uit wat er niet goed ging en maak het dan goed met een dikke kus en een knuffel.

Maarja, zo’n straf werkt alleen in huis (want zonder gang kom ik nergens) en als ik voldoende zen ben om haar eerst nog te kunnen waarschuwen dat de gangstraf er wellicht aan zit te komen. Helaas verkeer ik in een onophoudelijke staat van ernstige oververmoeidheid. Die vermoeidheid en de vasthoudendheid van mijn tweejarige gecombineerd, zorgen er helaas ook wel eens voor dat ik volledig uit mijn slof schiet. Laatst werd ik heel boos op haar om iets kleins. Onnozel. Ze schrok, keek me aan en begon met een trillend onderlipje keihard te brullen! Dat gezichtjes is zó zielig, eerlijk waar! Onmogelijk om daar weerstand aan te bieden. Ik maakte het snel goed en hernieuwde onze vriendschap (ik geef toe, hier zijn een aantal doosjes rozijntjes voor gebruikt). Het was weer helemaal goed, dacht ik (nog steeds enigszinds beschaamd) toen mijn man thuis kwam.
 
Ik vertelde hem over onze leuke dag en liet tactisch maar achterwege dat ik zo tegen haar was uitgevallen en haar kleine meisjeshartje zo bruut had gebroken. Ze speelde vrolijk verder maar zei ineens tegen papa; en mama boos niet he? Ze snapt ontkenningen nog niet helemaal maar de strekking van haar verhaal was pijnlijk duidelijk. Geïllustreerd door mijn rode hoofd erbij. De schade aan mijn goede moeder-imago was nog beperkt gebleven als ze niet vervolgens de middag begon na te spelen met haar pop. Toppedori brulde ze naar haar onschuldige pop, afblijven! Niet aankomen! En liep boos weg bij de pop. Toppedori is de variant van een (veel gebruikt, ja) scheldwoord van mij wat ze, gelukkig, niet helemaal correct nazegt. Papa keek mij veelbetekenend aan en schudde lichtjes zijn hoofd. En ik? Ik voelde me de ultieme slechte moeder...

donderdag 3 november 2011

Hoe doen ze het toch?

Ik had me laatst heel stellig voorgenomen om mijn huishouden weer beter op de rit te krijgen. Even de boel helemaal aan kant maken, grondig opruimen en poetsen en dan alleen maar lekker bijhouden. Halverwege (oke, na een half uurtje) werd ik alleen weer afgeleid waardoor de boel niet goed aan kant was laat staan dat het opgeruimd of schoon was. Morgen dan maar. Overmorgen? Goed, ik zit nu dus nog steeds in de stofnesten, spinnewebben en tot aan mijn enkels in het speelgoed. Ik begrijp gewoon niet hoe anderen dit doen!

Ik heb zo’n vriendinnetje, daar is het altijd netjes. Ze heeft ook altijd bloemen staan en haar planten zijn mooie exemplaren in verschillende groentinten en met bloemen. Bij mij zijn planten steevast bruinig, hangen ze verlept over de net iets te kleine potjes of zijn ze gewoon hardstikke dood. Haar eettafel is ook altijd vers in de was gezet en daardoor een mooie kleur bruin. Niet grijzig en vies, zoals die van mij. Maar haar tafel zie je ook, die van mij niet, daar ligt te veel zooi op, dat scheelt wel weer.

Ik probeer het echt wel hoor. Ik ruim als een zotte op, stofzuig, sop en boen me rot. Heel, heel soms lukt het me om alles weer mooi te krijgen. Ik geniet dan volop van mijn huisje en mijn vleitige werk. Tot ik dochterlief ophaal en mijn man thuis is. Een spoor van vernieling loopt van de voordeur (in het regenseizoen –in Nederland dus bijna altijd- inclusief modderspoor), via de bank naar mijn mooie tafel. Overal ligt de grond vol met koekkruimels, tassen en jassen. Op de tafel ligt de post verscheurd over de tafel verspreid. Inmiddels heeft dochterlief ook de wasco krijtjes weer gevonden en de muur ook... Na het eten is het slagveld dan compleet. De keuken is een chaos en bij de tafel zitten de pasta vlekken op de muur. Het eten gaat bij ons namelijk standaard gepaard met dwingen, chanteren, overtuigen, geschreeuw (van dochterlief) en uiteindelijk, gegooi van eten (weer die dochter ja). De tafel is na het ‘eten’ besmeurd en staat vol vaat. Als ik dochterlief na 25 boekjes, 13 liedjes, 73 smeekbedes (van ons beiden), 43 dreigementen en een half uur gebrul dan eindelijk zo ver heb gekregen dat ze stil in bed ligt, kan ik de invasie weer enigszins weg gaan poetsen.

Dat zijn de momenten dat ik weer aan dat vriendinnetje moet denken. Zij heeft twee kinderen. Dat zijn twee keer zoveel handjes vol kruimels. Vier voetjes vol met modder... Ze heeft ook een man, maar eerlijkheidshalve moet ik wel zeggen dat hij vaker weg is, dan dat hij thuis is. Misschien ligt het daar aan. Hij kan de boel niet vervuilen met vieze sokken in de boekenkast, laptoptassen midden in de gang of papieren over de hele tafel verspreiden. Misschien dat haar kinderen door dat gebrek aan vaderlijk rolmodel op dat gebied stiekem wel heel netjes zijn geworden. Ze zien mama alles weer netjes opbergen en doen dat automatisch na. Mama knoeit niet bij het eten, dus eten de kindjes ook netjes met mes en vork, zonder te knoeien én zonder hun mes consequent af te likken. Als zij ’s avond naar bed moeten, gaan zij liggen, doen hun oogjes dicht en gaan na een dikke zoen van mama heerlijk slapen (het liefst de hele nacht door tot een uur of 8).

Ik geef toe dat het waarschijnlijker is dat zij gewoon beter kan opruimen, schoonmaken en opvoeden maar ik blijf toch heel even hopen en dromen van een huis waar gewoon niets meer vies of rommeling wordt. Dan maar even geen man en kind. Oh en dan moet de poes ook de deur uit want die houdt zich vooral bezig met verharen. Of hij moet geschoren worden, anders is het misschien wel héél stil ineens.