dinsdag 20 november 2012

Zomaar een dag

Mijn vader staat in de kamer. Hij ziet er goed uit. Volgens mij is hij een paar kilo afgevallen maar zijn gezicht ziet er juist vol uit, gezond bruin, uitgerust ook. Hij lacht breed naar me en ik loop op hem af. We houden elkaar stevig vast. Hij knuffelt me zoals alleen hij dat kan. We zeggen niets, dat hoeft ook niet, we hebben nooit woorden nodig gehad om te praten. We begrijpen elkaar. Ik voel zijn stevige armen om me heen en ik voel hoe hij me wilt laten voelen hoeveel hij van me houdt. Ik zeg met mijn knuffel natuurlijk hetzelfde terug. Ik vind het fijn dat hij er is, dat hij mijn dochter ook weer eens ziet. Als Sophie de kamer binnen komt roept zij verrukt: opa! Ik verbaas me erover dat ze hem gelijk herkent, ze heeft hem zo lang niet gezien. Hij pakt haar stevig vast en de knuffel eindigt in een forse kietelbui waarbij Sophie luid lachend op de grond valt. Ze straalt. Ik heb tranen in mijn ogen terwijl ik naar ze kijk, ik slik ze snel weg en vraag of ze zin hebben om naar de geitjes in het bos te gaan. Natuurlijk willen ze dat.

We wandelen het hele eind. Sophie loopt tussen ons in en houdt onze handen stevig vast. Ze kletst aan één stuk door tegen haar opa. Passanten kijken vertederd en glimlachen naar ons. Ik voel mijn wangen branden in de koude lucht. Ik ben net zo blij als Sophie dat hij er is, dat is wel duidelijk. We lopen een uur rond op de kinderboerderij. Sophie laat zien aan opa hoeveel ze al kan, dat ze al kan rennen, dat ze al kan klimmen en dat ze ook de boze schapen best durft te aaien (maar dat ze dat vandaag even niet doet). Ze vertelt hem hoe elk beest heet en welk geluid ze maken. Opa klapt hard als ze bovenop de hoogste boomstam staat en geeft haar kussen als ze gevallen is. Hij was net te laat om haar te vangen.  Via het bos lopen we weer terug naar huis. Het begint wat kouder te worden en zelfs opa’s hand kan Sophie niet genoeg warm houden.

Thuis eet ik samen met Sophie. Mijn vader zit wel aan tafel maar eet niet mee. Hij lacht om Sophie als ze hem haar volle mond laat zien en lacht nog harder als ze fluit met haar mond vol. Vanavond vind ik het niet erg. Sophie haalt werkelijk elke truc uit de kast om haar opa aan het lachen te maken. Van mij mag ze vandaag. Ze geniet enorm van zijn aanwezigheid. Ze is altijd zo blij als hij er weer eens is. Het is jammer dat ze elkaar maar zo weinig zien. Na het eten spelen we verstoppertje, Sophie wint maar net want opa kan zich heel goed verstoppen.

Dan is het tijd voor bad en bed. Ik heb het extra lang uitgesteld maar de dag is nu toch echt bijna voorbij helaas. In bad heeft Sophie de grootste lol, ze spettert mijn vader kletsnat en het maakt niemand wat uit! Ze vindt het prachtig en ik geniet enorm met haar mee. Als ik haar voorlees zit ze als een prinses op mijn vaders schoot. Hij streelt haar door haar mooie blonde haren. Wat is het toch een prachtig meisje fluistert hij. Ik voel me in en in trots, ze is ook echt zo mooi en zo lief geworden. Je moet ook trots zijn zegt hij zacht, je doet het heel goed. Als ik Sophie uiteindelijk in bed leg kan ik mijn tranen toch niet helemaal wegslikken. Er valt een traan op haar wang. “Mama, waarom huil je?” vraagt ze me een beetje bang. Ik glimlach en veeg mijn tranen weg, “ik huil omdat ik zo blij ben met jou, lieve schat. Dit zijn tranen van geluk”. Ze kijkt tevreden naar me. Ik voel mijn vaders hand op mijn schouder, ik zie zijn silhouet weerspiegeld in de ogen van Sophie. Als ik opsta om de kamer uit te gaan geeft hij me nog een knuffel, ik wou dat ik daar kon blijven, daar in zijn armen met mijn dochter vredig in haar bedje. Dan hoor ik Sophie vragen wat ik doe. Snel draai ik me naar haar toe en zeg; “niets, ik keek of het lampje wel aan is.” Dan loop ik langzaam de kamer uit en kijk nog één keer in de hoek van haar kamer, in de schaduw staat mijn vader te lachen. Met pijn in mijn hart laat ik ze daar achter, hij zal vanavond weer op haar letten, zoals altijd. Morgen ochtend worden Sophie en ik gewoon weer wakker en kan ons leven doorgaan. Heel af en toe komt onze droom uit en is hij er weer even. Dan voelt het alsof hij er echt is en genieten we nog iets meer dan normaal.

*Dit verhaal was een inzending voor een schrijfwedstrijd, maar is helaas niet in de prijzen gevallen*

maandag 19 november 2012

Columniste

Ik werk er hard aan, aan mijn schrijverscarrière. Ik leg mijn ziel bloot in mijn verhalen of graaf diep in mijn fantasie om een verhaal tevoorschijn te toveren. Ook schuw ik een gezonde dosis zelfspot niet en vergroot ik graag mijn onzekerheden ter vermaak van de lezer. Dat laatste heb ik in column-vorm gegoten en ingestuurd naar de Metro. Als mijn column genoeg stemmen krijgt, wordt hij echt geplaatst in de krant! Hoe meer stemmen, hoe beter dus! Ga dus gelijk naar de column, lees en stem! Misschien sta ik dan binnenkort in de krant!

zondag 11 november 2012

Sophie

Omdat je soms ook gewoon een stukje voor jezelf moet schrijven…
 
Drie jaar geleden kwam je in mijn leven, klein glibberig en heel luidruchtig. Hoewel dat luidruchtige nog even op zich liet wachten, in eerste instantie was je vooral paars en beduusd. Maar met elke fles en elke luier groeide je een beetje, langzaam werd je groter en groter. Je was erbij, bij alle pieken en dalen. Moeiteloos ging jij er doorheen, met een lach op je gezicht zelfs. Het duurde even maar ik begon je te waarderen, jouw optimisme, jouw doorzettingsvermogen en jouw vertrouwen in ons. Ik begon je mooier en mooier te vinden. Je veroverde mijn hart. Ik dacht altijd dat dit gevoel instant had moeten zijn en voelde me schuldig, raar en een slechte moeder omdat dat niet zo was. Ik heb dat eindelijk achter me gelaten. Ik zie nu dat het er om gaat dat het er is, dat ik nu meer van jou hou dan ik ooit van iets of iemand heb gedaan.
Elke dag probeer ik je nu in elk geval één moment echt te zien; jouw goudblonde, dansende haartjes. Jouw lachende wangen met dat pittige mondje met daarin jouw gekke tandjes. Ik zie hoe jij kan genieten van kleine dingen, van de zon, een vogeltje of jouw knuffel. Jouw knuistjes die iets moois kunnen pakken alsof ze het nooit meer los zullen laten. Jouw ogen die kunnen kijken met een rotsvast vertrouwen, vol liefde en oprechtheid. Je kunt de meest prachtige dingen zeggen en echt van ons houden.
Ik ben benieuwd hoe mooi jij later gaat zijn, wat voor prachtige dingen jij gaat doen en wat je zult bereiken. Ik hoop dat ik elke stap bij je mag blijven, stiekem je hand mag vasthouden of over je bol mag aaien als het even moeilijk is.

Lieve Sophie, je bent mijn kleine prinsesje, mijn vriendinnetje en ik wil je bedanken dat je bij me bent!