zondag 29 april 2012

Een blog over een jaar geleden


Voor ik mijn blog begin moet ik even uitleggen waarom ik al zo lang niet geblogd heb. -Ik ga er gemakshalve maar even van uit dat jullie dat net zo erg vinden als ik- Ik heb het namelijk druk. Ja dat kan dus ook als je kansloos thuis zit ja! Ik ben in mijn hoofd erg druk geweest met mijn tweede identiteit. Mijn geheime blog en dat zorgde, hoe kan het ook anders, voor een dramatische schrijf blokkade. Ik kan de ironie hiervan uiteraard wel waarderen, wat past er beter bij mij dan dat mijn zogenaamde oplossing voor een fonkelnieuw probleem zorgt?! Maar goed, laten we hopen (of in elk geval hoop ik) dat deze blog de blokkade doorbreekt en er weer een fijne stroom aan onsamenhangende, humoristisch zwart gerande relazen van mijn hand loskomt.

Koninginnedag zal voor mij altijd wel een beetje een rare herinnering met zich meedragen. De nacht van 30 april op 1 mei wordt door velen als niet enorm prettig ervaren. Dat realiseer ik me. Want of je nou gewoon last hebt van het feit dat er dronken jongeren onder je raam zingen, je zoon of dochter maar niet thuis komt, je zelf boven de pot hangt na een glaasje teveel of iemands haar omhoog moet houden, iedereen heeft wel één of meerdere van zulke herinneringen vermoed ik. Ik ook hoor, ik kan me echt nog wel (al is het beeld behoorlijk vaag) herinneren hoe ik al zwalkend en vallend naar huis fietste na een bijzonder gezellige (lees: veel, heel veel drank) Koninginnedag naar huis fietste. Gevolgd door een flinke discussie met partner over wie nou wie omver fietste en wie derhalve het meest dronken was en de pleisters moest gaan betalen.

Toch vallen zulke herinneringen sinds vorig jaar voor mij in de categorie: hilarisch-gênante-herinneringen. Vorig jaar dacht ik die nacht namelijk dat ik dood ging. Dit keer geen over gedramatiseerde bewoordingen van een minder fijne herinnering maar een oprechte vaststelling. Die nacht was ik er echt van overtuigd dat ik dood zou gaan. Of eigenlijk was het nog vreemder. In eerste instantie dacht ik dat ik dood zou gaan van de pijn, dat was al een behoorlijk onprettige gedachte en geen fijn gevoel. Maar de herinnering is pas echt dramatisch te noemen vanaf het moment dat ik letterlijk dacht dat het ook maar echt beter zou zijn als ik dood ging. Nu is de terugkerende lezer op de hoogte van mijn depressie en bijbehorende vrolijke “was ik maar dood” wens die met enige regelmaat de kop op steekt. Toch was dit moment heel anders. Deze doodswens kwam namelijk niet voort uit emotionele pijn, onkunde of soortgelijke problemen in mijn hoofd. Het was echt een moment waarop ik echt niet meer wilde leven omdat de fysieke pijn ondraaglijk was. Ik gaf me over aan wat er gebeuren zou, ervan overtuigd dat ik dood zou gaan. Dat gebeurde niet, anders zou dit wel een héél bijzondere blog zijn. Het werd ochtend en weer licht. Ik heb toen voor het eerst van mijn leven echt om hulp gevraagd. Ik heb mijn man gebeld en gezegd dat hij moest komen, zelfs terwijl hij met dochterlief op het strand was. Vlak na dat telefoontje vertelde mijn overbuurvrouw op de zaal dat ze blij was dat mijn man zou komen, ze had de hele nacht wakker gelegen met de alarmknop in haar hand omdat ze dacht dat ik dood zou gaan.

Nu ik dit zo opschrijf realiseer ik me dat ik totaal niet uit kan leggen hoe bizar deze nacht toen voor mij is geweest. Letterlijk opgeven, niet meer vechten zoals je instincten wel aangeven is iets wat diepe indruk achter laat. Ik denk dat ik hetzelfde moment bij mijn vader ook heb gezien. Toen hij happend, snakkend naar adem vocht om te blijven leven en ineens stopte met dat gevecht. Hij realiseerde zich waarschijnlijk dat het een gevecht was wat hij niet kon winnen en gaf zich over. Ik weet nog heel helder hoe ook ik die beslissing nam. Het enige verschil tussen hem en mij is dat mijn lichaam nog niet op was en door kon gaan. Mijn tijd was nog niet op. Die van mijn vader wel. Best ironisch aangezien ik vermoedelijk vaker uit het leven heb willen stappen dan mijn vader en mijn vader niet wilde opgeven en ik –zeker in die tijd- geen duidelijke behoefte voelde om te blijven leven.

Het is overigens wel een keerpunt geweest in mijn leven. Enerzijds omdat ik naar aanleiding van deze gebeurtenis maar eens besloot professionele hulp in te roepen. Anderzijds omdat er ergens iets is blijven hangen van de gedachte dat er misschien, heel misschien, toch echt een goede reden is waarom ik moest blijven leven. Ik realiseerde me dat laatst nog meer toen ik me herinnerde dat ik al eens eerder in het ziekenhuis had gelegen en het kwartje ook toen net zo gemakkelijk de andere kant op had kunnen vallen. Twee keer een medisch buitenkansje meemaken dat enorm onwaarschijnlijk is en in veel gevallen fataal afloopt. Ineens geeft me dat soms een vreemd gevoel van vertrouwen. Misschien dat ik deze dingen mee moest maken om me te laten voelen dat iets, iemand wil dat ik blijf. Dat ik nog iets moet doen voor ik mag gaan. Misschien moet ik proberen hier nog weer eens aan te denken als ik de volgende keer vergevorderde plannen heb. Want als ik gelijk heb, is de kans dat mijn touw breekt en ik vervolgens alleen heel lullig een been breek ofzo, wel erg groot. Dat lijkt me dan toch ook niet goed voor mijn zelfvertrouwen. Het zal in elk geval niet bevorderlijk zijn voor mijn faalangst vermoed ik zo.

Mijn beste kans lijkt me om gewoon maar even op zoek te gaan naar datgene waarvoor ik hier ben. Alleen jammer dat ik nog steeds geen duidelijk beeld heb van wat dat is. Dus als er suggesties zijn hoor ik ze graag hoor! J

woensdag 4 april 2012

Mama magazine column

Voor iedereen die mijn column in Mama magazine heeft gemist, hier nog even in de herhaling!

Lieve Sophie,
Net 2 geworden en al tot een echt mens aan het uitgroeien, je krijgt zo
duidelijk karakter. Ik zie hoe mooi je wordt. Ik besef eens te meer hoezeer
ik dat niet zag toen je er net was. Hoe ontzettend slecht het toen met me
ging, dat ik niet kon genieten van de mooie dingen. Het regende in die
periode ook alleen maar, achteraf gezien misschien een teken. Lieve kleine
schat, wat zijn we samen door het oog van de naald gekropen hè? Maar we
hebben het gered! Dankzij jou. Die allereerste keer toen je nauwelijks kon
lopen, kwam je naar me toe om  me met je kleine armpjes heel hard te
knuffelen. Wat heb ik toen gehuild om jouw liefde. En toen wist ik; voor jou
moest ik doorgaan, hulp zoeken. Nu zeg je heel vaak; ik blij, mama ook blij
hè? Niemand weet hoe waar dat is of hoeveel dat precies betekent. Ik zal
nooit vergeten hoeveel je me hebt geholpen. Voor jou ga ik helemaal beter
worden. Beloofd!

maandag 2 april 2012

Pas op! melancholische en ietwat dramatische blog!

Vandaag is het precies twee jaar geleden. Twee jaar. Sophie was nog geen half jaar, een echte baby nog. Ik vraag me af of hij weet hoe lief en hoe leuk ze nu is. Hoe ze bijna niet meer huilt nu het wat beter met mij gaat. Vroeger geloofde ik echt heilig in ‘iets na de dood’, dat mensen niet gelijk helemaal weg zouden zijn maar bij je konden blijven. Bij je zouden blijven. Nu niet meer. Ik wil het wel geloven, heel graag zelfs. Geloven is gemakkelijker dan niet geloven. Ik zou het heel fijn vinden als hij mijn kleine meisje zag opgroeien. Ik zou dolgelukkig zijn als hij erbij is op mijn reis. Natuurlijk zou ik het aller gelukkigste zijn als hij mijn nieuwe weg goed zou keuren. Als hij trots op me zou zijn. Maar als dit allemaal zo zou zijn, dan had ik daar toch zeker een keer een teken van gekregen moeten hebben?

Ik zou gevoeld moeten hebben dat hij in me gelooft, dat hij het eens is met mijn keuzes. Maar ik voel het niet. Ik voel vooral de twijfel. Doe ik er goed aan, gaat het lukken, ga ik de weg vinden? Het is nog zo donker. Ik had zo gehoopt dat hij, juist hij, voor een beetje licht zou kunnen zorgen.
Nee, ik moet nu na twee jaar toch echt concluderen dat hij er niet meer is. Dat ik de mooiste, de moeilijkste, de grappigste, de meest starre maar vooral de liefste man ter wereld heb moeten begraven.

Lieve papa, als u me toch per ongeluk kunt horen, kunt zien, met me mee reist; ik mis u. Ik hou van u, ik wou dat ik dat nog een keer had gezegd.
Oh, en als u er dan toch bent en luistert en het niet te veel moeite is enzo, wilt u me dan even laten weten of ik het goed doe?